Is reconversie een oplossing voor het verlies aan werkgelegenheid?
Telkens grote bedrijfssluitingen maken dat duizenden werknemers niet alleen hun werk en hun fierheid verliezen, maar tevens financieel berooid achtergelaten worden met alle sociale gevolgen van dien, springen de traditionele partijen in de bres om reconversiegeld te eisen van de provincie, de Vlaamse en federale overheid en van Europa. Is reconversiegeld eisen een oplossing? En indien er toch belastingsgeld dient vrijgemaakt voor Limburg, hoe wordt dit dan best beesteed. Op die cruciale vragen wil deze tekst mee een antwoord zoeken.
Hoeveel jobs gaan er verloren bij de sluiting van Ford Genk?
4.337jobs rechtstreeks bij Ford. 2.186 jobs bij de toeleveranciers in Limburg. 3.111 jobs bij de toeleveranciers in Vlaanderen. 10.264 in totaal. Maar door het koopkrachtverlies gaan er nog eens 1.042 banen in Limburg en 453 in Vlaanderen sneuvelen. Dat brengt het totale banenverlies in Limburg op 8.195 en in Vlaanderen op 11.759. Daardoor zou de werkloosheid in Limburg stijgen van 6,8% naar 8,8%.
Sluit Ford omwille van de hoge loonkost?
ABVV vakbondsafgevaardigde Gaby Colenbunders stelt over de loonkost:
“De loonkost heeft in de sluiting totaal geen rol gespeeld. Vic Heylen, de automobielspecialist van België, stelt dat de loonkost slechts 4,5 à 5% bedraagt van de totale kost. Neem daarbij dat 75 tot 80% van de onderdelen in Ford Genk uit het buitenland komt. In het kader van de wet Renault heb ik de directie van Ford met die cijfers geconfronteerd en zij bevestigde de stelling van Vic Heylen. Na de aankondiging van de sluiting van de Fordfabrieken in Genk, deed de regering geen enkele poging om Ford te dwingen de werkgelegenheid te behouden of alternatieve productie te organiseren. Zij zocht alle heil in een reconversieplan.”
Om dat reconversieplan, Strategisch Actieplan Limburg in het Kwadraat (SALK), uit te werken deed de regering beroep op experten. Om het te realiseren werd bovendien een Task Force aangeworven. SALK moest dus voorstellen lanceren om op korte en lange termijn duurzame en inclusieve werkgelegenheid in Limburg te creëren en het economisch weefsel van de provincie te versterken. We hebben in Limburg reeds veel ervaring met reconversieplannen, namelijk na de mijnsluitingen. Daarvoor engageerde de toenmalige regering Gheyselinck. Die zag in reconversie, in tegenstelling met wat de vakbonden toen verwachten, helemaal geen operatie van de KS (Kempense steenkoolmijnen) om nieuwe jobs te scheppen. Hij noemde het “een pleister op een houten been”. Hij kreeg van de regering Martens-Verhofstadt 100 miljard BF (ongeveer 2,5 miljard euro!) om de mijnen te sluiten.
Even in herinnering brengen waar dat geld naartoe ging?
3 miljard in de LIM (Limburgse Investeringsmaatschappij) om investeringen te “stimuleren”. Afgevaardigde bestuurder Martens kocht voor 2 miljoen aan kunstwerken om zijn kantoor te verfraaien ... 150 miljoen aandelen van het verlieslatende Diamond Boart van de Generale, die Gheyselinck een jaar later terugkocht voor 50 miljoen. Dus 100 miljoen reconversiegeld cadeau aan de rijkste maatschappij van België op dat moment. 240 miljoen voor de aankoop van de mijnterreinen. 150 miljoen in een nieuw computerbedrijf CEGEKA. De aandelen werden nadien onder druk van de Waalse PS doorverkocht aan OMOB. 350 miljoen stakingsgeld “op voorwaarde dat de mijnwerkers terug aan de slag zouden gaan”. En een nooit terugbetaald lening aan ABVV voorman Jan Bayens om samen met zijn zoon een restaurant in Hasselt op te starten. 1,3 miljard verlies door een roekeloze investering in Super Club, een megalomaan project om van Genk Hollywood te maken. De voorzitter van de Vlaamse regering zong de lofzang van ondernemer De Prins “die geen risico’s schuwde”. 684 miljoen voor 55% participatie in het Wetterse bouwbedrijf PDG om mijnwerkers om te scholen tot bouwvakkers. Vooral PDG werd er rijk van. Het ERC-project (Educatief recreatief cultureel): 270 miljoen studiekosten voor oa. een Walt Disney park ... waarvan niets gerealiseerd werd. Daarna nog contacten met de groep Stadium ... allerlei reizen en facturen van restaurants oa een factuur van 87.000 frank van de heer Kluft van de raad van bestuur in het Brussels restaurant ‘Comme chez Soi”. KS –geld voor het nieuwe KRC stadium van de nieuwe voetbalclub: 305 miljoen aan leningen waarvan enkel 11,6 miljoen intrest ooit werd terugbetaald. Dat geld werd op zijn beurt besteed aan Soccer Invest om topvoetballers te kopen. KS huurde onmiddellijk na de opening een loge voor 950.000 frank per jaar. Daarenboven tweemaal 5 miljoen sponsorgeld, pas in 1994 terug te betalen. Tenslotte betaalde KS 55 miljoen optiegeld zodat niemand anders dan KS het stadium kan kopen. KS betaalde reeds 38 miljoen voor de gronden en 30 miljoen aan erelonen voor de architecten. Totale som aan voetbalgeld: 352,2 miljoen. Center Parcs-project in Eisden: via de GOM 187,5 miljoen uit overschotten van KS-gelden en via de SIM nog een 200 miljoen onder het mom van opleidingsgeld voor het aan te werven personeel. De eigenaar van de grond was Machiels van het Remo-stort, die na de verkoop plots van De Batselier een uitbatingvergunning kreeg voor Maasgrint.
Dit is maar een bloemlezing uit de “verspillingreconversie van KS” die vooral ten goede kwam aan lepe investeerders. Het schandaal was zo groot dat er een parlementaire onderzoekscommissie kwam die eindigde als een doofpotcommissie. Deze waslijst van verkwanseld gemeenschapsgeld toont aan hoe het er aan toe gaat als de regering, de provincie, de gemeenten gelden vrijmaken voor reconversie. De partijen maakten er een machtspel van om hun “bevriende” ondernemingen te bedienen en postjes aan vrienden en familie te bezorgen in de “dynamische” onderneming. Het verhaal van SALK wordt mooi omkaderd door studies, plannen en projecten, maar het eindresultaat zal hetzelfde zijn.
Alle politieke partijen behalve de PVDA hebben op de huidige crisis nog steeds maar één remedie gevonden, namelijk die van Keynes uit de crisisjaren 30: de koopkracht opkrikken door allerlei openbare werken en stimuli voor de “dynamische” ondernemingen. Maar door de bankencrisis hebben alle staten diep in hun beurs moeten tasten en is er nu een groot probleem. De staatsschulden zijn zo torenhoog dat er weinig reconversiegeld beschikbaar is. Om de steenkoolmijnen te sluiten gaf de regering aan Gheyseling destijds 100 miljard Belgische frank (ongeveer 2,5 miljard euro), waarvan de helft rechtstreeks naar de mijnwerkers ging onder vorm van ontslagpremie en vervroegde op pensioenstelling.
Werkende mensen bouwen met dat geld een huis, kopen een auto ... stimulansen voor de economie. De Vlaamse Regering heeft eind maart beslist 24 miljoen euro voor SALK uit te trekken, plus 100 miljoen euro om het kapitaal van de bestaande Limburgse investeringsmaatschappij LRM te versterken. Er kan ook geput worden uit de enveloppe van 57 miljoen euro die de Vlaamse Regering bestemd had als investeringssteun aan Ford Genk. De locale overheden doen ook hun deel: 20 miljoen is afkomstig van de stad Genk en 50 miljoen van het provinciebestuur. Europa levert ook nog 66 miljoen, zodat het totale SALK- budget 317 miljoen euro bedraagt. De 42,9 miljoen overheidssteun die Ford had ontvangen, weigert Ford terug te betalen.
Heeft de PVDA altijd kritiek? Nu is ze zelfs tegen een tewerkstellingsplan? We willen aantonen dat als er dan toch belastingsgeld dient besteed aan reconversie dit beter en anders kan besteed worden om tewerkstelling te creëren.
Van de 81 miljoen SALK geld gaat er 12,9 naar min of meer sociale projecten. 1,9 naar verbetering van sociale woningen. 1 milj euro naar heroriëntering van het werk in de sociale werkplaatsen van Bewel. Hier valt nog af te wachten of zij daardoor inderdaad nieuwe klanten kunnen vinden. In business cases gaat er 5 miljoen steun naar de case zorg en in de randvoorwaarden 5 miljoen euro naar armoedebestrijding. Maar hoe zal dat gebeuren? De beste armoedebestrijding is een job. Die projecten zijn verdedigbaar omdat ze rechtstreeks of onrechtstreeks ten goede komen van de bevolking en voldoen aan een reële behoefte bij deze bevolking in Limburg.
De andere 68 miljoen euro komen rechtstreeks of onrechtstreeks ten goede aan privébedrijven die zich als eerste doel stellen winst maken en niet noodzakelijk tewerkstelling creëren. En indien ze dat al op hun communiezieltje beloven, dan staat daar tegenover dat ze geen enkele belofte kunnen maken gezien groei van een bedrijf onder het kapitalisme onderworpen is aan wetmatigheden en niet aan beloftes. Daar komt nog bij dat zoals “honing vliegen en beren aantrekt”, trekken “subsidies criminelen en rijkaards aan” . Om dat te illustreren heb ik ook alle bekende schandalen met reconversiegeld in herinnering gebracht. Zal dat ditmaal eerlijker verlopen? Ja, in deze zin dat de verdeelpot veel kleiner is.
Daarom stellen wij voor dat die 68 miljoen gebruikt wordt voor investeringen die direct beantwoorden aan dringende noden en behoeftes bij de bevolking in Limburg en die werkgelegenheid creëren.
Voorstellen:
- Aanslaan van de gebouwen en terreinen van Ford zonder compensatie en onderzoek naar alternatieve productie in die gebouwen. Ontwikkeling en bouw van elektrische wagens?
- Bouw van sociale woningen onder beheer van de ocmw’s in de gemeenten waar de nood het hoogst is.
- Behoud van de werkgelegenheid in gemeenten en provincie. De provincie schrapt 50 jobs en geeft via SALK 50 miljoen uit om nieuwe jobs te creëren. Kan het nog cynischer. 2 miljoen wordt er bespaart op personeelsuitgaven en 1,5 miljoen in de werking en subsidies. In feite worden ook 95 personen niet vervangen, dus in totaal gaan 145 jobs verloren bij de provincie. (hbvl 25/09/’13).
- Twee op drie zwembaden in Limburg verkeert in slechte staat. De renovatie en nieuwbouw van de zwembaden komt rechtstreeks ten goede aan de ontspanning en gezondheid van de bevolking. Alle gemeentelijke zwembaden zijn verlieslatend. In totaal pompen de Limburgse gemeenten 10 miljoen euro in de uitbating om de verliezen te dekken. Als er geen extra geld komt zullen heel wat zwembaden sluiten. (hbvl 29 sept 2013)
- De markt- en winstlogica blokkeren een noodzakelijke, radicale ecologische ommezwaai. De zogenaamde “groene economie” is trouwens op hetzelfde winstprincipe gebaseerd. Het is dus inderdaad een mythe dat zij bijdraagt tot ernstige ecologische oplossingen. De steun aan de twee projecten van de Group Michiels is daarvan een schrijnend voorbeeld. Er zijn projecten op dat terrein nodig, maar we moeten ondersteunen dat deze (zoals vroeger) gebeuren door openbare maatschappijen (een publieke verbrandingsoven) en dat alleen die maatschappijen kunnen financieel ondersteund worden. Een voorbeeld: SALK wil op het Thorpark energiewarmte terugwinnen. Terwijl in Kolderbos Genk een energiecentrale ligt, maar de bewoners nog steeds op oude elektrische accumulatoren moeten verwarmen. De restwarmte van de energiecentrale zou dus makkelijk kunnen besteed worden aan de verwarming van de wijk. 90% van de restwarmte gaat nu de lucht in.
- Het openbaar vervoer is een belangrijke troef om de “carjam” en de daarmee gepaard gaande vervuiling door fijn stof tegen te gaan. Het Spartacusplan is een prestigeproject waarbij waarschijnlijk vooral veel bouwbedrijven en politiekers belang bij hebben. De verbetering van bestaande spoorlijnen en de herontwikkeling van gesloten spoorlijnen zoals de noord-zuid verbinding zijn niet direct initiatieven waar SALK achter staat, maar die wel economisch en sociaal veel belangrijker zijn.
- Ondersteunen van coöperaties, bijvoorbeeld voedselcoöperaties, die biologisch geteelde voedselproducten, verkopen. Daar is ook plaats voor laaggeschoolden en kansarmen. Bijvoorbeeld “De Wroeter” in Kortessem.
- Repair industrie: wat nu in de kringloopwinkels gebeurt meer grootschalig ontwikkelen om de wegwerpproductie tegen te gaan en zo tegelijk werkgelegensheid te scheppen.
Dit zijn maar enkele pistes om eventuele steun van de federale staat, de provincie en Europa op een zinvoller manier voor de bevolking te besteden. Wat de grond van de zaak betreft, is heel het gedoe rond de reconversie en SALK vooral wierook om de Limburgers te doen geloven dat er heel wat voor hen wordt gedaan en vooral een rookgordijn om de mensen af te houden van de echte strijd voor werkbehoud, de beste garantie voor welvaart en welzijn, en de strijd voor behoud werkgeversorganisaties in ijltempo willen slopen.