Opinie: Betaal alle artsen het salaris van de universiteitsprofessor
Deze opinie van dr. Dirk Van Duppen - huisarts bij Geneeskunde voor het Volk in Deurne en gezondheidsspecialist van PVDA - verscheen op 7 oktober in De Morgen.
De Christelijke Mutualiteit (CM) vindt dat onredelijke artsenlonen ook aangepakt moeten worden. Een studie van het Federaal Kenniscentrum voor Gezondheidszorg (KCE) brak in 2012 voor het eerst het taboe over deze buitensporige vergoedingen.
In Vlaanderen namen nierspecialisten gemiddeld jaarlijks 636.000 euro bruto mee naar huis, radiologen 461.000, klinische biologen 431.000, hartspecialisten 338.000, maag-darmspecialisten 311.000. Let wel: dit is na de afhoudingen van de bijdragen aan het ziekenhuis, die gemiddeld 40 procent bedragen, en zonder de inkomsten uit hun private praktijk.
Bovendien zijn de verschillen in inkomen tussen de specialiteiten zeer groot. Geriaters, psychiaters of pediaters verdienden volgens de KCE-studie zo'n 200.000 euro. Het is niet normaal dat zij die met machines werken drie keer zoveel verdienen dan deze laatste specialisten, die vooral met mensen werken.
De oplossing om aan deze exorbitante vergoedingen een einde te maken is eenvoudig. Betaal alle artsen het fatsoenlijke salaris van de universiteitsprofessoren. Tussen de 7.000 en 12.000 euro per maand naargelang ervaring en kwalificaties. Met volwaardige sociale zekerheid en pensioenopbouw. Met extra's voor extra prestaties en extra kwaliteit.
Dit systeem wordt nu al bij wet verplicht toegepast in de universitaire ziekenhuizen. Academische specialisten krijgen een vast salaris en mogen geen supplementen aanrekenen.
Dan moeten de artsen zich niet meer bezighouden met het oprichten van bvba's, met nummerkes en administratie, en hoeven zij zich niet te bekommeren over de financiering van hun ziekenhuis. Dan kunnen zij zich volledig concentreren op de patiënt. Specialisten met zulke grote verantwoordelijkheid en inzet mogen gerust meer verdienen dan de eerste minister van dit land. Maar niet twee of drie keer zoveel, zoals nu dikwijls het geval is.
Het hoeft niet geld te zijn dat artsen drijft. De eigenheid van het beroep laat toe om te steunen op veel krachtiger intrinsieke motivatoren. Eigenschappen van het artsenberoep als een hoge graad aan autonomie en controle, de mogelijkheid tot zelfontwikkeling, aan kwaliteitsverbetering te kunnen werken, met anderen constructief te kunnen samenwerken, ten dienste te staan van de patiënt, enzovoort werken sterk intrinsiek motiverend. Dit moet aangemoedigd worden door kwaliteitsvolle bijscholing, logistieke ondersteuning, multidisciplinaire samenwerking, patiëntgerichte geneeskunde.
Prestatitis en supplementitis
Als een specialist drie tot vier keer zoveel verdient als een universiteitsprofessor, zoals een professor orthopedie twee jaar geleden nog aan de pers liet weten bij zijn overstap van Gasthuisberg naar een perifeer ziekenhuis, zit het toch wel behoorlijk scheef.
De belangrijkste redenen van deze exorbitante vergoedingen zijn de prestatiegeneeskunde en de supplementen. Betaling per prestatie is voor sommigen als een blanco cheque waarmee de kas van de ziekteverzekering geplunderd wordt. Aanrekenen van supplementen leidt tot een geneeskunde met twee snelheden: limousine-verzorging voor zij die kunnen betalen of dure hospitalisatieverzekeringen kunnen veroorloven en oude-fietsgeneeskunde voor de anderen. Bovendien ondermijnen deze extrinsieke incentives de intrinsieke motivatie zoals wetenschappelijk uitvoerig is bewezen.
Deze oplossing bespaart het Riziv een paar miljard euro per jaar. Bovendien komt ze ten goede aan de gezonde motivatie, werk- en levenskwaliteit van de artsen én van de patiënten.